Anna Achmatova
De voorbije week heb ik nog meer genoten van het mooie weer, omdat ik in de ban raakte van de gedichten van Anna Achmatova. Wat een genot, haar versregels lezen in de tuin. Voor mij is het de manier om de ellende in de wereld en die van mijzelf te relativeren. Ik las bij haar over de liefde.
De Liefde
Soms rolt ze zich op als een slang,
En weet ze het hart te beroeren,
Ze zit als een duif dagenlang
Op ‘t witte kozijntje te koeren,
Soms vind je in helwitte rijm,
In slapende bloemen haar sporen…
Maar zeker zal zij in ‘t geheim
Je rust en je vrede verstoren.
Hoe zoet klinkt haar zacht gesnik
In ‘t klaaglijk gebed der violen
En soms ligt ze ook tot je schrik
In andermans glimlach verscholen.
24 november 1911, Tsarskoje Selo (*)
En omdat ik vaak alleen aan het wandelen ben, las ik bij Achmatova wat mij dan overkomt:
Donker slingerde het paadje,
‘t Miezerde, was grauw,
En toen vroeg iemand: “Laat me
Meelopen met jou.”
“Goed.” maar ik vergat te kijken
Wie ik voor me had,
Vreemd zou het mij later lijken,
‘t Voortgaan op dat pad.
Als uit duizend wierookvaten
Stroomde nevel aan.
Met zijn lied zou hij me raken,
’t Hart doen overslaan.
Nog zie ik de oude poort en
’t Einde van de weg –
En degeen die naast mij voorging
Sprak: “Vergeef me, zeg…”
Als een broer gaf hij mij een kruisje
Dat van koper was…
Rondom hoor ik ’t liedje ruisen
Van het steppegras.
Thuis is thuis niet meer, ellende –
Ach, ik huil en rouw.
Antwoord toch, mijn onbekende,
Want ik zoek naar jou!
1913 ? (*)
Luisterrijk klinkt de poëzie van de Russische dichter Anna Achmatova in de vertaling van Marja Wiebes en Margriet Berg. Het werk van de dichter, vertaald en van aantekeningen voorzien, is uitgegeven in de Russische bibliotheek van Van Oorschot. Wereldwijd wordt zij beschouwd als Ruslands grootste dichteres. Ik leerde haar werk kennen via mijn vrouw, die een liefhebber van haar was. Wat maakt haar werk zo bijzonder?Twee jaar geleden waren we in Sint Petersburg en bezochten natuurlijk de grote musea, kerken en uitgestrekte parken, waar de stad zo trots op is. Wat verstopt achter een straat vonden we een klein, bijna armzalig museumpje, gewijd aan de dichter Anna Achmatova. Gelegen in een verwilderd parktuintje. Het stak wel erg af tegen de grandeur van de stad. Maar juist dit kleinschalige museum heeft een grootse indruk bij mij achtergelaten. Het gaf mij een goede indruk hoe deze ‘gewone’ Russische vrouw geleefd heeft.
Anna Achmatova (1889-1965) maakte gedichten uit een vrouwenleven waarin zoveel gebeurde met haar en om haar heen. Zowel op politiek als persoonlijk vlak. Ze heeft stormachtige tijden meegemaakt. Ze groeide als kind op in de laatste jaren van het Tsarenrijk. Daarna de Eerste Wereldoorlog. Zij doorleefde de Oktoberrevolutie, de burgeroorlog die erop volgde en de opbouw van de communistische staat . Zij ondervond de terreur van Stalin, de Tweede Wereldoorlog en de Koude oorlog daarna. Binnen wat voor tijdsgewricht heeft haar leven zich afgespeeld!
En haar persoonlijke leven moet al even turbulent zijn geweest. Haar ouders gingen scheiden toen ze 16 was. Haar gezondheid was niet sterk. Tijdens de Eerste Wereldoorlog verbleef ze vanwege tuberculose in verschillende sanatoria. Later kreeg ze meerdere keren een hartinfarct. In 1910 trouwde zij met Nikolaj Goemiljov en samen kregen zij een zoon, Lev. Na een huwelijk van acht jaar scheidde zij van hem en later zou haar ex onder het regime van Stalin gefusilleerd worden. Haar tweede huwelijk met Vladimir Sjilejko duurde drie jaar.
In 1926 trok zij in bij de kunsthistoricus Nicolaj Poenin. Met z’n vijven woonden zij op een twee kamer appartement in St. Petersburg. De ene kamer voor Achmatova en Poenin, de andere kamer voor zijn ex-vrouw en hun dochter. De maaltijden gebruikten ze gezamenlijk. Later kwam haar zoon Lev ook bij hen wonen. Hun huis werd een centrum voor het culturele milieu. In dit gebouw is nu het kleine museum ondergebracht.
Onder het regime van Stalin werden Poenin en Lev regelmatig gearresteerd. Toen Lev in hechtenis zat, stond Achmatova dagelijks in de rij bij de gevangenis om pakketjes af te geven; zeventien maanden lang! Over deze zware tijd schreef ze de gedichtencyclus Requiem. Haar zoon Lev werd veroordeeld tot een werkkamp. Nicolaj Poenin stierf in een kamp in Siberië (1953). Na de Tweede Wereldoorlog woonde zij samen met haar zoon in Leningrad (St. Petersburg). Regelmatig werd zij tegengewerkt door de communistische partij. Zo mocht een groot deel van haar werk niet gepubliceerd worden. Haar gezondheid ging achteruit en in 1951 kreeg ze een eerste hartinfarct. Ze stierf in 1965. Anna Achmatova heeft dus wel wat te vertellen.
Wat mij in haar gedichten raakt is dat ze met alles wat zij meemaakt, eenvoudig blijft schrijven. Alsof je het zelf kunt meemaken. Geen opgezwollen of abstracte taal. Ook al spreek en lees ik geen Russisch, het zal zeker ook te maken hebben met de kracht van de vertaling van Margriet Berg en Marga Wiebes. Alledaagse indrukken en ervaringen worden bij Achmatova knappe poëzie met een ondertoon van levenswijsheid.
Adrie Lint
14 Juni 2020
Bron
De gekozen gedichten komen uit A. Achmatova, Werken, Uitgeverij G.A. van Oorschot, Amsterdam, 2007. Vertaling uit het Russisch en aantekeningen: Margriet Berg en Marga Wiebes.
(*) Het gedicht De Liefde staat op pagina 13 en het andere gedicht is te vinden op pagina 215.
Bij uitgeverij G.A. van Oorschot is ook een bloemlezing van haar gedichten uitgegeven: Anna Achmatova, Gedichten. Een bloemlezing, eveneens vertaald door Margriet Berg en Marga Wiebes.