Wannes van de Velde, Antwerpse troubadour
(Uit mijn weblog van 13 november 2008) De Antwerpse volkszanger Wannes van de Velde (71 jaar) is maandagmiddag overleden na een slepende ziekte. Hij overwon enkele jaren geleden leukemie, maar werd hem uiteindelijk toch fataal. In Antwerpen is een rouwregister geopend voor de stadszanger. Zondag vindt een grote herdenkingsplechtigheid voor hem plaats in Borgerhout. Moge zijn ziel rust vinden bij God.
Al in mijn middelbare schooltijd werd ik geraakt door de eenvoud en van zijn liederen. In 1972 hoorde ik hem met zijn groep voor het eerst live in Posjet, het studenten trefcentrum in Tilburg. Ik zou en moest zijn elpee Laat de Mensen Dansen (1969) hebben. Mijn studentenbeurs was te krap. Uiteindelijk kocht ik het album samen met mijn broer Sjef. De elpee mocht hij opnemen op zijn bandrecorder en ik bewaren. Het album draai ik nog steeds. Met Wannes van de Velde (zang, doedelzak), Flor Hermans (viool), Bernard van Lent (accordeon) en Walter Heynen (dwarsfluit, trom). Op de elpee staat een voor mij hartroerend nummer, Kafé zonder naam.
Kafé zonder naam
‘k Wil vertellen, een historie, van een kroeg, onelegant
In een stad stil en verloren, in een regenachtig land
Tussen lege magazijnen met ne reuk van verzuurde wijnen
Tussen muren van beton, achter vensters zonder zon
’t Zijn altijd dezelfde gasten die der zaten al jaren lank
Die er zopen en er brasten, samen gingen hunne gank
Die op lank vergeten gronden, nog een kroeg hadden gevonden
Klein en arm maar elegant, in een regenachtig land
Ze versleten er hun dagen, en ze verdoogden hunnen tijd
Geenen éne stelde vragen, geenen éne voelde spijt
En ze gingen mediteren, over sterven of kreperen
Dat cafeeke zonder naam, was het eind van hun bestaan
Maar ne zeeman oud van jaren, kwam eens binnen met de wind
Om wa moed te gaan vergaren, bij een borrel en een pint
En hij las er de gedachte, de verveling van lege nachten
In het uitgestorven oog, van de mensen aan den toog
Skie toch uit mee oe te plagen, go toch mèe met heel de ploeg
Onder zeil, één van dees dagen, op mijn schip is plaats genoeg
En het is zover gekomen, dat em z’ allemaal heeft meegenomen
Het cafeeke zonder naam, is verlaten blijven staan
‘k Zen de weg al lank vergeten, naar da regenachtig land
Noar die stad, stil en verlaten, in die kroeg, onelegant
Ik heb gezocht tussen magazijnen, met ne reuk van verzuurde wijnen
Maar cafeeke zonder naam, schijnt voorgoed, te zijn vergaan (1)
Nog meer ben ik hem gaan waarderen voor zijn muzikale bewerking van Mistero Buffo. Samen met een collectief van jonge auteurs, de Internationale Nieuwe Scène en met de Italiaanse regisseur Arturo Corso heeft hij dit meesterwerk gemaakt. De programmabrochure van dit theatergebeuren staat bij mijn meeste geliefde gedichtenbundels. En de deuntjes die Wannes van de Velde bewerkte kan ik allemaal nog zingen, viel mij vandaag bij lezing op. Nog steeds blijf ik zingen: “Den eerste op den wereld was onze lieven heer”, “Hier zit ik in de weverij” en “het laatste oordeel”. Liedjes die diep in mij geheugen gegrift zijn. De liederen die hij de laatste jaren maakte, vond ik meer gekunsteld. De eerste liefde bleef.
Ook voor kerkvieringen heb ik enkele malen liederen en teksten gebruikt. Al weet ik niet of Wannes dat zo gewaardeerd zou hebben. “Ik heb mijn hart gesloten” is een liedtekst die ik met meditatievieringen graag gebruik. Met Kerstmis past natuurlijk zijn eigen kerstlied.
Kerstmis is dien dag dat ze niet schieten
’t Was weer zover, het was weer Kerstmis
De kalkoenen waren dood
In ieder dorp in de Vlaanders was het feest
Er werd gezongen en gezopen
Aan genever geen nood
Voor de vader, voor de zoon en voor de geest
Maar op de slag van twaalf uren
Werd er ook eens aan gedacht
Want dat dit feestje in de grond zoal beduidt
’t Was gemakkelijk te weten
Want het stond in de Gazet
Heel de wereld kwam er openlijk voor uit
Kerstmis is dien dag dat ze niet schieten
Dat er geen bommen uit de lucht worden gestrooid
Dat mitrailleurs van hun verdiende rust genieten
En de kanonnen met een kerstboom zijn getooid
Het is ’t feest van d’oude Germanen
Ter ere van de zon
Zo vertellen ons de boeken zwart op wit
De roomse kerk legt het anders uit
Die zegt ons dat ’t begon
Met een stalleke in ’t Palestijns gebied
Maar dat zijn oude interpretaties
Van deez’ feest van goeie wil
Want onzen tijd is toch voor alles militair
En de stilte van de nacht
Die ook wel heilig wordt genoemd
Wordt geleverd door de killers van de la guerre
Kerstmis is dien dag dat ze niet schieten
Dat er geen bommen uit de lucht worden gestrooid
Dat mitrailleurs van hun verdiende rust genieten
En de kanonnen met een kerstboom zijn getooid
Spreek me niet meer van de Drie Koningen
dat is niet meer van dezen tijd
De Drie Commando’s dat is veel meer in onze geest
Maar de soldaten van Herodes
Ja, die vind ik wel plezant
Dat zijn eigenlijk de groot’ helden op deez’ feest
Maar hou die herderkes erbuiten
Want die zijn niet bij d’n troep
Die kennen zeker nog geen mijn uit een granaat
En de moeder van het kinneke
Zucht in ’t midden van die hoop
Mijne zoon wordt binnen twintig jaar soldaat
Kerstmis is dien dag dat ze niet schieten
Dat er geen bommen uit de lucht worden gestrooid
Dat mitrailleurs van hun verdiende rust genieten
En de kanonnen met een kerstboom zijn getooid (2)
Ik heb mijn hart gesloten
Ik eb m’n art geslote
‘k Zen al iêwen onderwege
langst de strate van den tijd
‘k eb m’n gùsting ni’ gekrege
‘k eb m’n zakke vol meh spijt
ik verteer m’n lêvesdage
en ba niemand vind ek troêst
want m’n art eb ek gesloten
en m’n ziel eb ek vermoêsd
‘k Vind gin woorde vör te klage
’t is gin kweste van verdriet
et zen gin mense die me plage
’t is gin vrou die me verliet
et is alliên mor iet vanbinne
da’k ni’ goed eb gesoigneerd
’t is m’n art da’k eb gesloten
en vörgoe’ gerenneweerd
In de mist van alle dage
dool ek rond gelak e spoêk
wor nortoe mùtte ni’ vrage
want dor woênd den duvel oêk
en a ‘k ieverans gon kloppe
dan is ’t een verkiêrde poêrt
dus ik eb m’n art gesloten
en m’n ziel eb ek vermoêrd
In de bùkke van de wereld
vind ek niks da mij verlicht
et is de schuld ni van de schrijvers
et leed ùk ni on ’t gedicht
mor de reden is te vinde
in mij lêve zonder fiêst
in m’n art da ‘k eb gestoken
in ’t gevang van mijne giêst
mor de reden is te vinde
in mij lêve zonder fiêst
in m’n art da’k eb gestoken
in ’t gevang van mijne giêst (3)
Ik wil deze nacht in de straten verdwalen
Ik wil deze nacht in de straten verdwalen,
De klank van de stad maakt mijn ziel amoureus,
Al heb ik geen geld om plezier te betalen,
Ik vind wel een vrouwke heel net en genereus,
Onder de glans van de manestralen,
Wordt heel onze wereld een huwelijks bed,
Ga mee naar de kroegen vol vrouwen en matrozen,
Vergeet uwe naam en al de rest.
Ik wil deze nacht in de straten verdwalen,
De klank van de stad maakt mijn ziel amoureus,
Al heb ik geen geld om plezier te betalen,
Ik vind wel een vrouwke naar mijn keus,
Ik wil deze nacht in de straten verdwalen,
De klank van de stad maakt mijn ziel amoureus,
Al heb ik geen geld om plezier te betalen,
Ik vind wel een vrouwke heel net en genereus,
Laat ons dan samen de wereld verteren,
Met klinkende glazen vol Franse wijn,
Zingt mee met de mensen dat hebben ze geiren,
En laat deze nacht nooit ten einde zijn,
Ik wil deze nacht in de straten verdwalen,
De klank van de stad maakt mijn ziel amoureus,
Al heb ik geen geld om plezier te betalen,
Ik vind wel een vrouwke naar mijn keus. (4)
Wannes van de Velde, bedankt!
Zijspoor
Delen van Mistero Buffo zijn gelukkig nog op internet te zien: Kollektief Internationale Nieuwe Scene Mistero Buffo:
Deel 1, Deel 2, Deel 3 en Deel 4.
Video-opname van een optreden in 1983 in de Utrechtse Stadsschouwburg (met o.a. werk van Wannes Van De Velde).
Website van het erfgoed van Wannes van de Velde.
Bronnen:
(1) Van de CD Laat de Mensen Dansen, 1969 (streaming vanuit Youtube).
(2) Van de CD ‘Ne zanger is een groep, 1976 (streaming vanuit Youtube).
(3) Van de CD ‘Ne zanger is een groep, 1976 (streaming vanuit Youtube).
(4) Van de CD ‘Ne zanger is een groep, 1976 (streaming vanuit Youtube).