Van Hadewijch zijn naast haar Brieven ook een aantal Rijmbrieven overgeleverd. Ze worden ook wel Mengeldichten genoemd, omdat ze een diversiteit aan onderwerpen doornemen. De eerste zestien rijmbrieven vormen een afzonderlijke reeks en zijn te vinden in de oudste handschriften. De overige dertien brieven staan niet in het oudste handschrift dat we van Hadewijch hebben. Omdat zij qua vorm en inhoud heel anders zijn dan de eerste reeks, gaat men er van uit dat zij niet door Hadewijch geschreven zijn. De mystieke opvattingen zijn bijvoorbeeld nauw verwant met die van de school van mysticus Eckhart, wat weer wijst op een latere datering.
Hadewijch en de minne
Ieder die werk van Hadewijch leest, zal ongetwijfeld ontdekken dat het centrale thema van haar mystieke inzichten de minne is.
“De minne is al” schrijft ze in haar 25e Brief.
“God is Liefde” citeert ze meermalen uit de bijbel (1 Johannes 4,16).
Al vanaf haar jeugd heeft zij de minne ervaren als de zin van haar leven. En van die levenshouding wil zij getuigen en anderen deelgenoot maken. Wat bedoelt Hadewijch met ‘minne’?
Hadewijch: Lied 1 (met toelichting)
Ach, al is de winter nu koud,
kort de dagen en de nachten lang,
weldra komt er een pittige zomer aan
die ons snel uit die macht
zal bevrijden. Dat ziet men al
aan dit nieuwe jaar:
de hazelaar brengt ons mooie bloemen.
Dat is een duidelijk voorteken.
– Ach, geluk, duizendmaal geluk gewenst
en ik zal het nooit genoeg zeggen –
voor jullie allen die in het nieuwe seizoen
om minne blij willen zijn.
Hadewijch, haar leven en werken
Hadewijch van Antwerpen is de eerste dichteres die we kennen in de geschiedenis van onze Nederlandse literatuur. Zij is ook de eerste religieuze vrouw in de Lage landen waarvan mystieke geschriften bewaard zijn gebleven.
Toch is haar bekendheid vrij beperkt gebleven. Op veel middelbare scholen wordt haar naam genoemd en daar blijft het vaak bij. Ten onrechte! Gelukkig groeit er de laatste jaren een nieuwe belangstelling voor deze taalkunstenares en haar mystieke ervaringen.
Orewoet schrijft Hadewijch, schildert Cobi van Baars
Orewoet is een van de sleutelbegrippen van Hadewijch, de Brabantse mystica uit de eerste helft van de dertiende eeuw. In het Middelnederlands is het woord ‘orewoet’ verwant aan ‘woeden’, ‘woet’ en ‘verwoedelijk’. ‘Woet’ wijst op een ‘sterke ongedurigheid en vurige onrust’ en ‘brandende begeerte’. ‘Verwoedelijk’ staat voor ‘buiten zichzelf’ en ‘heftig begerend’. Orewoet wordt omschreven als ‘gloed’, ‘vurigheid’. Misschien komt het van ‘ore woet’, een waanzinnige gedrevenheid die bij een dier wordt waargenomen als het door een of ander insect wordt gestoken, zoals een paardenvlieg.
Jan van Ruusbroec
Jij die in mij woont met de kracht als van een opspuitende bronwel,
vol sprankelend, leven gevend water.
Ik heb het – tot mijn schade en schande – klaar gekregen
(wie laat nu het meest vrij?)
om jaar na jaar stenen te verzamelen
en daarmee die bronwel in mij te begraven
onder puin en gruis en eigen drukdoenerij.
Willem Vermandere 70 jaar
Een live optreden in een theaterzaal meemaken van een zanger die zeventig is geworden, is uitzonderlijk. Zeker wanneer ik dezelfde zanger 37 jaar geleden voor het eerst op een festival van volksmuziek hoorde. De zanger, verteller, schrijver, dichter, componist, musicus, schilder en beeldhouwer Willem Vermandere is in februari 2010 zeventig jaar geworden en nog steeds actief. Hij praat wat zachter, zijn zang is schraler en hij heeft wat minder lucht voor zijn klarinet, maar toch heeft hij een nieuwe cd “Alles gaat over” uitgebracht. In zijn herkenbare stijl: volkszanger van levensfilosofie.